Opschoonniveaus
De instellingen voor het opschoningsniveau voor een beveiligingsmodule vindt u door ThreatSense-parameters uit te vouwen (bijvoorbeeld Real-timebeveiliging van bestandssysteem) en vervolgens op Opschonen te klikken.
Real-timebeveiliging en andere beveiligingsmodules hebben de volgende opschoningsniveaus.
Herstel in ESET Endpoint Security 7.2 en later
Opschoonniveau |
Beschrijving |
Detectie altijd herstellen |
Probeer de detectie zonder tussenkomst van de eindgebruiker te verhelpen tijdens het opschonen van objecten. In sommige zeldzame gevallen (bijvoorbeeld bij systeembestanden), als de detectie niet kan worden verholpen, blijft het gerapporteerde object op de oorspronkelijke locatie staan. Detectie altijd herstellen is de aanbevolen standaardinstelling in een beheerde omgeving. |
Detectie herstellen indien dit veilig is, anders behouden |
Probeer de detectie zonder tussenkomst van de eindgebruiker te verhelpen tijdens het opschonen van objecten. In sommige zeldzame gevallen (bijvoorbeeld bij systeembestanden), als een detectie niet kan worden verholpen, blijft het gerapporteerde object op de oorspronkelijke locatie staan. |
Detectie herstellen indien dit veilig is, anders vragen |
Probeer de detectie te verhelpen tijdens het opschonen van objecten. In sommige gevallen, als er geen herstelactie kan worden uitgevoerd, ontvangt de eindgebruiker een interactieve waarschuwing en moet deze een actie selecteren (bijvoorbeeld verwijderen of negeren). Dit is de aanbevolen standaardinstelling in een beheerde omgeving. |
Altijd de eindgebruiker vragen |
De eindgebruiker ziet een interactief venster tijdens het opschonen van objecten en moet een herstelactie selecteren (bijvoorbeeld verwijderen of negeren). Dit niveau is bedoeld voor gevorderde gebruikers die weten welke stappen ze moeten nemen in het geval van een detectie. |
Opschoningsniveaus in ESET Endpoint Security 7.1 en lager
Opschoonniveau |
Beschrijving |
Niet opschonen |
Detecties worden niet automatisch opgeschoond. Er wordt een waarschuwingsvenster weergegeven en de gebruiker kan een actie kiezen. Dit niveau is bedoeld voor gevorderde gebruikers die weten welke stappen genomen moeten worden in geval van een detectie. |
Normaal opschonen |
Het programma probeert automatisch een detectie op te schonen of te verwijderen op basis van een vooraf gedefinieerde actie (afhankelijk van het type infiltratie). Detectie en verwijdering van een geïnfecteerd object worden aangegeven met een melding in de rechterbenedenhoek van het scherm. Als de juiste actie niet automatisch kan worden geselecteerd, worden andere vervolgacties aangeboden. Hetzelfde gebeurt als een vooraf gedefinieerde actie niet kan worden voltooid. |
Strikt opschonen |
Alle detecties worden opgeschoond of verwijderd. Dit geldt niet voor systeembestanden. Als deze niet kunnen worden opgeschoond, wordt er een waarschuwingsvenster geopend waarin de gebruiker een actie kan selecteren. |
Het vermelde opschoningsniveau wordt toegepast bij het instellen van ESMC-beleid voor oudere versies van ESET Endpoint Security:
Opschoningsniveau in het ESMC-beleid |
Toegepast opschoningsniveau |
Detectie altijd herstellen |
Strikt opschonen |
Detectie herstellen indien dit veilig is, anders behouden |
Normaal opschonen |
Detectie herstellen indien dit veilig is, anders vragen* |
Normaal opschonen |
Altijd de eindgebruiker vragen |
Niet opschonen |
* Standaardwaarde bij het upgraden naar versie 7.2 en later met Normaal opschonen ingesteld in ESET Endpoint Security.