ThreatSense-parameters

ThreatSense bestaat uit talloze complexe methoden voor het detecteren van bedreigingen. Deze technologie is proactief. Dit betekent dat ook beveiliging wordt geboden tijdens de vroege verspreiding van een nieuwe bedreiging. Er wordt gebruikgemaakt van een combinatie van codeanalyse, code-emulatie, generieke kenmerken, viruskenmerken, die samenwerken om de systeembeveiliging aanzienlijk te verbeteren. De scanengine is in staat verschillende gegevensstromen tegelijk te controleren voor maximale efficiëntie en een zo hoog mogelijk detectiepercentage. De ThreatSense-technologie verhindert tevens de installatie van rootkits.

Via de instellingsopties van de ThreatSense-engine kunt u verschillende scanparameters opgeven:

Bestandstypen en extensies die moeten worden gescand

De combinatie van verschillende detectiemethoden

Opschoonniveaus, enz.

Klik op ThreatSense-parameters in het venster Geavanceerde instellingen van elke module die gebruikmaakt van de ThreatSense-technologie (zie hieronder). Verschillende beveiligingsscenario's vereisen mogelijk verschillende configuraties. Daarom is ThreatSense individueel configureerbaar voor de volgende beveiligingsmodules:

Real-timebeveiliging van bestandssysteem

Scannen bij inactieve status

Opstartscan

Documentsbescherming

Beveiliging van e-mailclient

Beveiliging van webtoegang

Computerscan

CONFIG_THREAT_SENSE

ThreatSense-parameters zijn in hoge mate geoptimaliseerd voor elke module. Als u de parameters wijzigt, kan dit een aanzienlijke invloed hebben op de werking van het systeem. Als bijvoorbeeld parameters voor het altijd scannen van software voor runtime-compressie worden gewijzigd of als geavanceerde heuristiek wordt ingeschakeld in de module voor real-time beveiliging van het bestandssysteem, zou dit kunnen resulteren in een vertraging van het systeem (normaliter worden alleen nieuw gemaakte bestanden gescand via deze methoden). Wij adviseren de standaard ThreatSense-parameters ongewijzigd te laten voor alle modules met uitzondering van Computerscan.

Te scannen objecten

In dit gedeelte kunt u opgeven welke computeronderdelen moeten worden gescand op infiltraties.

Werkgeheugen: hiermee wordt gescand op bedreigingen die gericht zijn op het werkgeheugen van het systeem.

Opstartsectoren/UEFI: hiermee worden opstartsectoren gescand op de aanwezigheid van malware in de Master Boot Record. Meer informatie over UEFI vindt u in de woordenlijst.

E-mailbestanden: het programma ondersteunt de volgende extensies: DBX (Outlook Express) en EML.

Archieven: het programma ondersteunt de volgende extensies: ARJ, BZ2, CAB, CHM, DBX, GZIP, ISO/BIN/NRG, LHA, MIME, NSIS, RAR, SIS, TAR, TNEF, UUE, WISE, ZIP, ACE en nog veel meer.

Zelfuitpakkende archieven: zelfuitpakkende archieven (SFX) zijn archieven die zichzelf kunnen uitpakken.

Software voor runtime-compressie: na uitvoering wordt software voor runtime-compressie (in tegenstelling tot standaardarchieftypen) in het geheugen uitgepakt. Dankzij emulatie van de programmacode kan de scanner niet alleen standaardprogramma's voor statische compressie (zoals UPX, yoda, ASPack, FSG), maar ook allerlei andere compressiesoftware herkennen.

Scanopties

Selecteer de methoden die moeten worden gebruikt wanneer het systeem op infiltraties wordt gescand. De volgende opties zijn beschikbaar:

Heuristiek: een heuristiek is een algoritme dat de (schadelijke) activiteit van programma's analyseert. Het voornaamste voordeel van deze technologie is het vermogen om schadelijke software te identificeren die nog niet bestond of niet bekend was in de vorige detectie-engine. Aan de andere kant is er een (uiterst kleine) kans op vals alarm.

Geavanceerde heuristiek/DNA/Smart-kenmerken: de geavanceerde heuristiek is een uniek heuristisch algoritme dat door ESET is ontwikkeld en dat is geoptimaliseerd voor het detecteren van computerwormen en trojaanse paarden. Dit algoritme is geschreven in geavanceerde programmeertalen. Het gebruik van geavanceerde heuristiek vergroot bedreigingsdetectiemogelijkheden van ESET-producten aanzienlijk. Kenmerken (handtekeningen) kunnen virussen op betrouwbare wijze detecteren en identificeren. Dankzij het automatische updatesysteem zijn nieuwe kenmerken binnen enkele uren beschikbaar. Het nadeel van kenmerken is dat ze alleen bekende virussen (of varianten van deze virussen) detecteren.

Opschonen

De opschooninstellingen bepalen het gedrag van ESET Endpoint Security tijdens het opschonen van objecten.

Uitsluitingen

Een extensie is het deel van een bestandsnaam dat wordt afgebakend door een punt. De extensie definieert het type en de inhoud van het bestand. In dit gedeelte van de instellingen van ThreatSense-parameters kunt u de typen bestanden definiëren die u wilt scannen.

Overige

Wanneer u de instellingen van de parameters voor de ThreatSense-engine configureert voor een computerscan op aanvraag, zijn ook de volgende opties beschikbaar in het gedeelte Overige:

Alternatieve gegevensstromen (ADS) scannen: alternatieve gegevensstromen (ADS) die worden gebruikt door het NTFS-bestandssysteem zijn bestands- en mapkoppelingen die onzichtbaar zijn voor normale scantechnieken. Veel infiltraties proberen detectie te vermijden door zichzelf te vermommen als alternatieve gegevensstromen.

Achtergrondscans uitvoeren met lage prioriteit: elke scanprocedure neemt een bepaalde hoeveelheid systeembronnen in beslag. Als u werkt met programma's waarbij de systeembronnen zwaar worden belast, kunt u achtergrondscans met een lage prioriteit inschakelen en zo bronnen besparen ten gunste van uw toepassingen.

Alle objecten in logbestand registreren: in het scanlogbestand staan alle gescande bestanden in zelfuitpakkende archieven, zelfs gescande bestanden die niet zijn geïnfecteerd (dit kan veel scanlogbestandgegevens genereren en de omvang van het scanlogbestand doen toenemen).

Smart-optimalisatie inschakelen: wanneer Smart-optimalisatie is ingeschakeld, worden de meest optimale instellingen gebruikt om het meest efficiënte scanniveau te garanderen, terwijl ook de hoogste scansnelheden worden behaald. De diverse beveiligingsmodules scannen op intelligente wijze, waarbij gebruik wordt gemaakt van verschillende scanmethoden die op specifieke bestandstypen worden toegepast. Als de Smart-optimalisatie is uitgeschakeld, worden alleen de door de gebruiker gedefinieerde instellingen in de ThreatSense-technologie van de desbetreffende modules toegepast bij het uitvoeren van een scan.

Tijdstempel van laatste toegang bewaren: selecteer deze optie om de oorspronkelijke toegangstijd van gescande bestanden te handhaven in plaats van deze bij te werken (bijvoorbeeld voor gebruik met back-upsystemen).

icon_section Limiet

Gebruik het gedeelte Limiet om de maximale grootte op te geven van objecten die moeten worden gescand, evenals het maximale niveau voor het scannen van geneste archieven:

Objectinstellingen

Maximale objectgrootte: de maximale grootte van objecten die moeten worden gescand. De antivirusmodule scant dan alleen objecten die kleiner zijn dan de opgegeven grootte. Deze waarde mag alleen worden gewijzigd door gevorderde gebruikers die een specifieke reden hebben om grotere objecten niet te scannen. Standaardwaarde: onbeperkt.

Maximale scantijd voor object (sec.): de maximale tijd voor het scannen van een object. Als hier een waarde is ingevoerd, wordt het scannen van een object beëindigd wanneer die tijd is verstreken, ongeacht of de scan is voltooid. Standaardwaarde: onbeperkt.

Instellingen voor archieven scannen

Nestingsniveau voor archieven: het maximum aantal niveaus waarop archieven moeten worden gescand. Standaardwaarde: 10.

Maximale grootte van bestand in archief: gebruik deze optie om de maximale bestandsgrootte op te geven voor bestanden in archieven (als deze worden uitgepakt) die moeten worden gescand. Standaardwaarde: onbeperkt.

note

Opmerking

Het is in de meeste gevallen niet nodig de standaardwaarden te wijzigen.