Toegangsinstellingen

Om maximale beveiliging voor uw systeem te waarborgen, is het van essentieel belang dat ESET Endpoint Security correct wordt geconfigureerd. Onbevoegde wijzigingen kunnen resulteren in het verlies van belangrijke gegevens. Onbevoegde wijzigingen kunnen worden verhinderd door de instellingsparameters van ESET Endpoint Security te beveiligen met een wachtwoord.

Beheerde omgevingen

De beheerder kan beleid maken om de instellingen voor ESET Endpoint Security met een wachtwoord te beveiligen op verbonden clientcomputers. Zie Met wachtwoord beveiligde instellingen om een nieuw beleid te maken.

Onbeheerd

De configuratie-instellingen voor wachtwoordbeveiliging vindt u in Geavanceerde instellingen (F5) onder Gebruikersinterface > Toegangsinstellingen.

CONFIG_PASSWORD

Instellingen met wachtwoord beveiligen: geven wachtwoordinstellingen aan. Klik om het venster Wachtwoord instellen te openen.

Klik op Instellen om een wachtwoord ter beveiliging van de ingestelde parameters in te stellen of te wijzigen.

Volledige beheerdersrechten vereist voor beperkte beheerdersaccounts: laat deze optie actief als de huidige gebruiker (wanneer deze niet over beheerdersrechten beschikt) de gebruikersnaam en het wachtwoord van een beheerder moet invoeren om bepaalde systeemparameters te kunnen wijzigen (vergelijkbaar met Gebruikersaccountbeheer (UAC) in Windows Vista). Het betreft hier bijvoorbeeld aanpassingen zoals het uitschakelen van beveiligingsmodules of de firewall.

Alleen voor Windows XP:

Beheerdersrechten vereist (systeem zonder UAC-ondersteuning): schakel deze optie in als u wilt dat ESET Endpoint Security naar aanmeldingsgegevens van een beheerder vraagt.