Online-Help van ESET

Zoeken Nederlands
Selecteer het onderwerp

Opdrachten

Dit gedeelte bevat enkele elementaire eShell-opdrachten met een beschrijving.


note

Opdrachten zijn niet hoofdlettergevoelig. U kunt hoofdletters of kleine letters gebruiken. De opdracht wordt in beide gevallen uitgevoerd.

Voorbeeldopdrachten (binnen de context ROOT):

ABOUT

Hiermee wordt informatie over het programma weergegeven. Het bevat gegevens zoals:

Naam van het geïnstalleerde ESET-beveiligingsproduct en het versienummer.

Details van besturingssyteem en basishardware.

Gebruikersnaam (inclusief domein), volledige computernaam (FQDN, als uw server een lid in een domein is) en seatnaam.

Geïnstalleerde onderdelen van uw ESET-beveiligingsproduct, waaronder het versienummer van elk onderdeel.

CONTEXTPAD:

root

PASSWORD

Normaal gesproken wordt u bij het uitvoeren van met wachtwoord beveiligde opdrachten om beveiligingsredenen gevraagd om een wachtwoord in te voeren. Dit is van toepassing op opdrachten die bijvoorbeeld de beveiliging uitschakelen of die van invloed zijn op de configuratie van ESET Security for Microsoft SharePoint. Iedere keer dat u een dergelijke opdracht uitvoert, wordt u gevraagd om een wachtwoord. Als u echter wilt voorkomen dat u het wachtwoord iedere keer moet invoeren, kunt u dit wachtwoord definiëren. Dit wordt onthouden in eShell en automatisch ingevoerd wanneer er een opdracht met wachtwoordbeveiliging wordt uitgevoerd.


note

Uw wachtwoord werkt alleen voor de huidige interactieve sessie van eShell. Wanneer u eShell afsluit, wordt dit gedefinieerde wachtwoord vergeten. Wanneer u eShell opnieuw start, moet het wachtwoord opnieuw worden gedefinieerd.

Het gedefinieerde wachtwoord kan ook worden gebruikt wanneer u niet-ondertekende batchbestanden of scripts uitvoert. Zorg ervoor dat Uitvoeringsbeleid voor ESET-shell is ingesteld op Volledige toegang wanneer u niet-ondertekende batchbestanden uitvoert. Hier volgt een voorbeeld van een dergelijk batchbestand:

eshell set password plain <yourpassword> "&" computer set real-time status disabled

Deze bovenstaande samengevoegde opdracht definieert het wachtwoord en schakelt de beveiliging uit.


important

Wij raden u aan om waar mogelijk gebruik te maken van ondertekende batchbestanden. Zo voorkomt u dat er wachtwoorden in leesbare tekst in het batchbestand worden opgenomen (als u de bovenstaande methode gebruikt). Zie Batchbestanden/scripts (gedeelte Ondertekende batchbestanden) voor meer informatie.

CONTEXTPAD:

root

SYNTAXIS:

[get] | restore password

set password [plain <password>]

BEWERKINGEN:

get - Hiermee wordt het wachtwoord weergegeven

set - Hiermee wordt het wachtwoord ingesteld of gewist

restore - Hiermee wordt het wachtwoord gewist

ARGUMENTEN:

plain - Schakeloptie om het wachtwoord te typen als parameter

password - Wachtwoord


example

set password plain <yourpassword> - Hiermee wordt een wachtwoord ingesteld dat wordt gebruikt voor opdrachten met wachtwoordbeveiliging

restore password - Hiermee wordt het wachtwoord gewist


example

get password - Gebruik deze opdracht om te zien of het wachtwoord is geconfigureerd of niet (hiermee worden alleen sterretjes "*" weergegeven, niet het wachtwoord zelf). Wanneer er geen sterretjes worden weergegeven, betekent dit dat er geen wachtwoord is ingesteld.

set password plain <yourpassword> - Gebruik deze opdracht om een gedefinieerd wachtwoord in te stellen

restore password - Met deze opdracht wordt het gedefinieerde wachtwoord uitgeschakeld

STATUS

Hiermee wordt informatie weergegeven over de huidige status van de realtimebeveiliging van ESET Security for Microsoft SharePoint. U kunt hiermee ook de beveiliging pauzeren/hervatten (net als in het hoofdprogrammavenster).

CONTEXTPAD:

computer real-time

SYNTAXIS:

[get] status

set status enabled | disabled  [ 10m | 30m | 1h | 4h | temporary ]

restore status

BEWERKINGEN:

get - retourneert huidige instelling/status

set - stelt waarde/status in

restore - herstelt standaardinstelling/-object/-bestand

ARGUMENTEN:

enabled - Beveiliging/functie inschakelen

disabled - Beveiliging/functie uitschakelen

10m - Uitschakelen gedurende 10 minuten

30m - Uitschakelen gedurende 30 minuten

1h - Uitschakelen gedurende 1 uur

4h - Uitschakelen gedurende 4 uur

temporary - Uitschakelen tot opnieuw opstarten


note

Het is niet mogelijk om alle beveiligingsfuncties met één opdracht uit te schakelen. U kunt beveiligingsfuncties en -modules een voor een beheren met de opdracht status. U kunt beveiligingsfuncties en -modules een voor een beheren met de opdracht status.

Lijst met functies met de status-opdracht:

Functie

Context en opdracht

Automatische uitsluitingen

COMPUTER AUTO-EXCLUSIONS STATUS

Host Intrusion Prevention System (HIPS)

COMPUTER HIPS STATUS

Real-timebeveiliging van bestandssysteem

COMPUTER REAL-TIME STATUS

Apparaatbeheer

DEVICE STATUS

Botnetbeveiliging

NETWORK ADVANCED STATUS-BOTNET

Netwerkaanvalbeveiliging (IDS)

NETWORK ADVANCED STATUS-IDS

Netwerkisolatie

NETWORK ADVANCED STATUS-ISOLATION

ESET-cluster

TOOLS CLUSTER STATUS

Registratie in diagnostisch logbestand

TOOLS DIAGNOSTICS STATUS

Presentatiemodus

TOOLS PRESENTATION STATUS

Anti-phishing-beveiliging

WEB-AND-EMAIL ANTIPHISHING STATUS

Beveiliging van e-mailclient

WEB-AND-EMAIL MAIL-CLIENT STATUS

Beveiliging webtoegang

WEB-AND-EMAIL WEB-ACCESS STATUS

VIRLOG

Dit is een alias van de opdracht DETECTIONS. Deze opdracht is nuttig wanneer u informatie wilt zien over gedetecteerde infiltraties.

WARNLOG

Dit is een alias van de opdracht EVENTS. Deze opdracht is nuttig wanneer u informatie wilt zien over verschillende gebeurtenissen.