Aangepaste scan

Met Aangepaste scan kunt u scanparameters opgeven, zoals scandoelen, scanprofiel, opschoonniveau en uitsluitingen.

Ga als volgt te werk om de aangepaste scandoelen toe te voegen:

•Sleep het bestand of de map handmatig door op het bestand of de map te klikken, de muisaanwijzer naar het gemarkeerde gebied te verplaatsen terwijl u de muisknop ingedrukt houdt en deze vervolgens los te laten

•Klik op Bladeren en selecteer bestanden of mappen die u wilt scannen.

Klik op het menupictogram om geavanceerde scanopties weer te geven:

Selecteer scanprofiel: kies een scanprofiel en een opschoonniveau voor de aangepaste scan.

Uitsluitingen instellen: voeg bestanden of mappen toe die u van het scannen wilt uitsluiten.