Uitsluitingen voor prestaties
Met deze functie kunt u bestanden en mappen opgeven die u wilt uitsluiten van scannen. Prestatie-uitsluitingen zijn handig om bedrijfskritieke toepassingen op bestandsniveau uit te sluiten van scannen, wanneer scannen abnormaal systeemgedrag veroorzaakt of wanneer scannen de prestaties vermindert.
Wij raden u aan om uitsluitingen voor prestaties alleen te maken wanneer dat nodig is om er zeker van te zijn dat alle objecten worden gescand op bedreigingen. Er zijn echter situaties mogelijk waarin u een object moet uitsluiten, bijvoorbeeld grote database-items die uw computer tijdens een scan zouden vertragen of software die conflicteert met de scan.
Pad
Hiermee sluit u een specifiek pad (bestand of map) uit voor deze computer. Gebruik geen jokertekens - sterretje (*) in het midden van een pad. Zie het volgende kennisbankartikel voor meer informatie.
Als u de inhoud van mappen wilt uitsluiten, vergeet dan niet het sterretje (*) toe te voegen aan het einde van het pad (C:\Tools\*). C:\Tools wordt niet uitgesloten, omdat Tools door de scanner ook kan worden opgevat als bestandsnaam. |
Opmerking
Voeg eventueel een opmerking toe, zodat u de uitsluiting in de toekomst eenvoudig kunt herkennen.
Paduitsluitingen met een sterretje: C:\Tools\*: pad moet eindigen op een backslash (\) en sterretje (*) om aan te geven dat dit een map is en de gehele mapinhoud (bestanden en submappen) worden uitgesloten C:\Tools\*.*: hetzelfde gedrag als C:\Tools\*, wat betekent dat dit recursief werkt C:\Tools\*.dat: sluit dat-bestanden in de map Tools uit C:\Tools\sg.dat: sluit dit specifieke bestand in het exacte pad uit |
Als u alle bestanden in een map wilt uitsluiten, typt u het pad naar de map en gebruikt u het masker *.*. Als u alleen doc-bestanden wilt uitsluiten, gebruikt u het masker *.doc. Als de naam van een uitvoerbaar bestand een bepaald aantal tekens heeft (en het om verschillende tekens gaat) en u alleen het eerste teken zeker weet (bijvoorbeeld “D”), gebruikt u de volgende indeling: D????.exe (vraagtekens staan voor de ontbrekende/onbekende tekens) |
Gebruik systeemvariabelen zoals %PROGRAMFILES% als u scanuitsluitingen wilt definiëren. Als u de map Program Files met deze systeemvariabele wilt uitsluiten, gebruikt u het pad %PROGRAMFILES%\ (zorg ervoor dat u de backslash aan het einde van het pad gebruikt wanneer u mappen uitsluit) Als u alle bestanden in een submap %HOMEDRIVE% wilt uitsluiten, gebruikt u het pad %HOMEDRIVE%\Excluded_Directory\*.* De volgende variabelen kunnen worden gebruikt in de paduitsluitingsindeling: %ALLUSERSPROFILE% %COMMONPROGRAMFILES% %COMMONPROGRAMFILES(X86)% %COMSPEC% %HOMEDRIVE% %HOMEPATH% %PROGRAMFILES% %PROGRAMFILES(X86)% %SystemDrive% %SystemRoot% %WINDIR% %PUBLIC% Gebruikersspecifieke systeemvariabelen (zoals %TEMP% of %USERPROFILE%) of omgevingsvariabelen (zoals %PATH%) worden niet ondersteund. |