Netwerkverbindingsprofiel toevoegen of bewerken
Met een aangepast netwerkverbindingsprofiel kunt u firewallregels en regels voor Beveiliging tegen brute-force aanvallen toepassen en aanvullende instellingen definiëren voor specifieke netwerkverbindingen. In het gedeelte Activatoren definieert u de netwerkverbindingen waaraan u het aangepaste profiel wilt toewijzen.
Typ de naam en een beschrijving van het profiel.
Altijd vertrouwde adressen—De adressen die hier zijn gedefinieerd, worden toegevoegd aan de vertrouwde zone van adapters die op dit netwerk zijn aangesloten (ongeacht het beveiligingstype van het netwerk).
Vertrouwde verbinding: uw computer en alle gedeelde bestanden op de computer zijn toegankelijk voor andere gebruikers in het netwerk. Dit betekent dat systeembronnen, zoals gedeelde bestanden en printers, toegankelijk zijn voor anderen en dat inkomende RPC-communicatie en delen van extern bureaublad zijn ingeschakeld. We raden aan deze instelling te gebruiken wanneer u een profiel voor een veilige lokale netwerkverbinding maakt. Alle direct verbonden netwerksubnetten worden ook beschouwd als vertrouwd. Stel bijvoorbeeld dat een netwerkadapter is aangesloten op dit netwerk met het IP-adres 192.168.1.5 en subnetmasker 255.255.255.0. In dat geval wordt het subnet 192.168.1.0/24 toegevoegd aan de vertrouwde zone van die netwerkverbinding. Als de adapter extra adressen of subnetten heeft, worden deze ook allemaal vertrouwd.
Waarschuwen over zwakke wifi-versleuteling—In ESET Security for Microsoft SharePoint wordt een melding op het bureaublad weergegeven wanneer u verbinding maakt met een niet-beveiligd draadloos netwerk of met een netwerk met zwakke beveiliging.
Activatoren: stel een combinatie van kenmerken in om een unieke activator te maken.