Beveiliging van webtoegang
Beveiliging van webtoegang controleert de communicatie tussen webbrowsers en externe servers om gebruikers te beschermen tegen online bedreigingen. in overeenstemming met de regels van HTTP (Hypertext Transfer Protocol) en HTTPS (versleutelde communicatie).
Toegang tot webpagina's waarvan bekend is dat deze schadelijke inhoud bevatten, wordt geblokkeerd voordat er inhoud wordt gedownload. Alle overige webpagina's worden gescand door de ThreatSense-scanengine wanneer ze worden geladen, en geblokkeerd als er schadelijke inhoud wordt ontdekt. Met Beveiliging van webtoegang wordt er op twee niveaus beveiliging geboden; blokkeren op basis van zwarte lijsten en blokkeren op basis van inhoud.
|
We raden u sterk aan om Beveiliging van webtoegang ingeschakeld te houden. |
Beveiliging van webtoegang inschakelen: als deze functie is uitgeschakeld, werken zowel Beveiliging van webtoegang als Antiphishing-beveiliging niet.
Antiphishing-beveiliging inschakelen: wanneer deze functie is ingeschakeld, worden phishingwebsites geblokkeerd. Zie Antiphishing-beveiliging voor meer informatie.
Uitgesloten apps: als u specifieke apps met netwerktoegang wilt uitsluiten van inhoudsfiltering, selecteert u ze in de lijst. De HTTP/POP3-communicatie van deze geselecteerde toepassingen wordt niet gecontroleerd op bedreigingen, zodat u ze kunt uitsluiten van protocolfiltering. Klik op Bewerken en Toevoegen om een uitvoerbaar bestand te selecteren in de lijst.
|
We raden u aan deze optie alleen te gebruiken voor toepassingen die niet correct werken tijdens controle van de communicatie hiermee. |
Uitgesloten IP's: hiermee kunt u specifieke externe adressen uitsluiten van protocolfiltering. IP-adressen in deze lijst worden uitgesloten van filteren op protocolinhoud. HTTP-/POP3-/IMAP-communicatie van/naar de geselecteerde adressen wordt niet op bedreigingen gecontroleerd.
|
We raden u aan deze optie uitsluitend te gebruiken voor adressen waarvan bekend is dat ze betrouwbaar zijn. |
Als u het IP-adres, het adresbereik of het subnet voor de uitsluiting wilt opgeven, klikt u op Bewerken en vervolgens op Toevoegen. Als u Geef meerdere waarden op selecteert, kunt u meerdere IP-adressen opgeven, van elkaar gescheiden door nieuwe regels, komma's of puntkomma's. Wanneer meervoudige selectie is ingeschakeld, worden de uitgesloten IP-adressen weergegeven in de lijst.
|
Uitsluitingen zijn handig als protocolfiltering compatibiliteitsproblemen veroorzaakt. |
