Updateconfiguratie
In dit gedeelte wordt informatie gegeven over de bron van de update, zoals de updateservers die worden gebruikt en verificatiegegevens voor deze servers.
Het is belangrijk alle updateparameters correct in te vullen, zodat updates correct worden gedownload. Als u een firewall gebruikt, dient u te controleren of uw ESET-programma met internet mag communiceren (bijvoorbeeld HTTP-communicatie). |
Selecteer standaardprofiel voor bijwerken Kies een bestaand profiel of maak een nieuw profiel dat standaard moet worden toegepast voor updates. Automatisch schakelen van profiel Wijs een updateprofiel toe volgens Bekende netwerken in de firewall. Met automatische profielwisseling kunt u het profiel voor een specifiek netwerk wijzigen, afhankelijk van de instelling in Planner. Raadpleeg de Help-pagina's voor meer informatie Updatemeldingen configureren Klik op Bewerken om te selecteren welke toepassingsmeldingen worden weergegeven. U kunt kiezen wat u met de meldingen wilt doen: Weergeven op een bureaublad of Doorsturen naar e-mail. Update-cache wissen Als u problemen ondervindt met een update, klikt u op Wissen om de tijdelijke cache met updatebestanden leeg te maken. ProductupdatesAutomatische updates Standaard ingeschakeld. Gebruik de schuifregelaar om Automatische updates uit te schakelen als u tijdelijk wilt voorkomen dat ESET Server Security wordt bijgewerkt. We raden aan deze instelling ingeschakeld te laten om ervoor te zorgen dat ESET Server Security de nieuwste updates voor programmaonderdelen (PCU) en microprogrammaonderdeelupdates (μPCU) toepast zodra er een nieuwe update beschikbaar is.
Verouderde waarschuwingen van de detectie engineMaximumleeftijd voor detectie-engine automatisch instellen/Maximumleeftijd voor detectie-engine (dagen) Gebruik de schuifregelaar om de leeftijd van de automatische detectie-engine uit te schakelen en de maximale tijd (in dagen) waarna de leeftijd van de detectie-engine als verouderd wordt gerapporteerd, handmatig in te stellen. De standaardwaarde is 7. Module terugdraaienAls u vermoedt dat een nieuwe update van de detectie-engine en/of programmamodules instabiel of beschadigd is, kunt u de vorige versie herstellen en alle updates voor een bepaalde periode uitschakelen. U kunt ook eerder uitgeschakelde updates inschakelen als u ze voor onbepaalde tijd hebt uitgesteld. ESET Server Security maakt momentopnamen van de detectie-engine en programmamodules om deze met de functie Terugdraaien te gebruiken. Houd Momentopnamen van updatebestanden maken ingeschakeld als u momentopnamen van de detectie-engine wilt maken. Aantal lokaal opgeslagen momentopnamen Bepaalt het aantal eerdere momentopnamen van de module dat wordt opgeslagen. Terugkeren naar eerdere modules Klik op Ongedaan maken om programmamodules terug te zetten naar de vorige versie en updates tijdelijk uit te schakelen. |
Als u een aangepast updateprofiel wilt maken, selecteert u Bewerken naast Lijst met profielen. Geeft u uw eigen Profielnaam op en klikt u op Toevoegen. Selecteer het te bewerken profiel en pas de parameters voor de typen module-updates aan of maak een Mirror voor updates. |
Selecteer het te gebruiken updatetype in het vervolgkeuzemenu: •Reguliere update: standaard is het updatetype ingesteld op Reguliere update, zodat updatebestanden automatisch worden gedownload bij de ESET-server met het minste netwerkverkeer. •Bèta-update: dit zijn updates die intern grondig zijn getest en binnenkort voor iedereen beschikbaar zijn. U kunt profijt hebben van bèta-updates, omdat u dan toegang hebt tot de recentste detectiemethoden en oplossingen. Het is echter mogelijk dat bèta-updates nog niet altijd stabiel genoeg zijn. Gebruik ze daarom NIET op productieservers en werkstations die een maximale beschikbaarheid en stabiliteit moeten bieden. •Uitgestelde update: hiermee worden alleen updates uitgevoerd vanaf speciale updateservers die nieuwe versies van virusdatabases bieden met een vertraging van minstens X uur (d.w.z. databases zijn getest in een echte omgeving en worden daarom als stabiel beschouwd). Optimalisatie van de levering van updates inschakelen Indien ingeschakeld, worden updatebestanden gedownload bij CDN (content delivery network). Het uitschakelen van deze instelling kan downloadonderbrekingen en vertragingen veroorzaken wanneer speciale ESET-updateservers overbelast zijn. Uitschakelen is handig wanneer een firewall alleen toegang heeft tot de IP-adressen van de ESET-updateserver of als een verbinding met CDN-services niet werkt. Vragen alvorens update te downloaden Wanneer er een nieuwe update beschikbaar is, wordt u gevraagd of u deze wilt downloaden. Vragen of een updatebestand groter is dan (kB) Als het updatebestand groter is dan de waarde die is opgegeven in het veld, wordt er een melding weergegeven. Module-updatesModule-updates zijn standaard ingesteld op Automatisch kiezen. De updateserver is de locatie waar updates worden opgeslagen. Als u een ESET-server gebruikt, raden we aan de standaardoptie geselecteerd te laten.
Vaker updates voor detectiekenmerken inschakelen Detectie-engine wordt bijgewerkt in kortere intervallen. Als u deze optie uitschakelt, kan het detectiepercentage afnemen. Module-updates van verwisselbaar medium toestaan Hiermee kunt u de software bijwerken vanaf een verwisselbaar medium als zich daarop een exacte kopie bevindt. Als Automatisch is geselecteerd, wordt het bijwerken op de achtergrond uitgevoerd. Selecteer Altijd vragen als u updatedialoogvensters weergegeven wilt hebben. ProductupdatesAls u Automatische updates voor specifieke updateprofielen onderbreekt, worden automatische productupdates tijdelijk uitgeschakeld, bijvoorbeeld wanneer u verbonden bent met internet via andere netwerken of verbindingen met een datalimiet maakt. Houd deze instelling ingeschakeld om constant toegang te hebben tot de nieuwste functies en de hoogst mogelijke beveiliging.
|
Verbindingsopties
Proxyserver
U krijgt als volgt toegang tot de proxyserverinstellingen voor een gegeven updateprofiel. Klik op Proxymodus en selecteer een van de volgende drie opties:
•Geen proxyserver gebruiken: er wordt geen proxyserver gebruikt door ESET Server Security tijdens het uitvoeren van updates.
•Algemene instellingen voor proxyserver gebruiken: er wordt gebruikgemaakt van de proxyserverconfiguratie die is opgegeven in Geavanceerde instellingen (F5) > Hulpmiddelen > Proxyserver.
•Verbinding maken via een proxyserver: gebruik deze optie in de volgende situaties:
Er moet een proxyserver worden gebruikt om ESET Server Security bij te werken en deze verschilt van de proxyserver die is opgegeven in de algemene instellingen (Hulpmiddelen > Proxyserver). Als dat het geval is, moeten de instellingen hier worden opgegeven: proxyserveradres, communicatiepoort (standaard 3128), plus gebruikersnaam en wachtwoord voor de proxyserver indien vereist. |
---|
De proxyserverinstellingen zijn niet algemeen ingesteld, maar ESET Server Security maakt verbinding met een proxyserver voor updates. |
Uw computer maakt via een proxyserver verbinding met internet. De instellingen worden tijdens de installatie van het programma overgenomen uit Internet Explorer, maar als deze vervolgens worden gewijzigd (bijvoorbeeld als u verandert van internetprovider), moet u controleren of de HTTP-proxyinstellingen in dit venster correct zijn. Als dit niet het geval is, kan het programma geen verbinding met de updateservers maken. |
Verificatiegegevens zoals Gebruikersnaam en Wachtwoord zijn bedoeld om toegang te krijgen tot de proxyserver. Vul deze velden alleen in als een gebruikersnaam en wachtwoord vereist zijn. Deze velden zijn niet bestemd voor uw gebruikersnaam/wachtwoord voor ESET Server Security en moeten alleen worden ingevuld als u weet dat u een wachtwoord nodig hebt om via een proxyserver verbinding te maken met internet. |
Gebruik een directe verbinding wanneer de proxy server niet beschikbaar is
Als een product is geconfigureerd om HTTP-proxy te gebruiken en de proxy is onbereikbaar, omzeilt het product de proxy en wordt er rechtstreeks met ESET-servers gecommuniceerd.
Windows-shares
Bij het bijwerken vanaf een lokale server waarop Windows is geïnstalleerd, is standaard voor elke netwerkverbinding verificatie vereist.
Verbinding maken met LAN als
Kies een van de volgende opties om uw account te configureren:
•Systeemaccount (standaard): gebruik het systeemaccount voor verificatie. Doorgaans vindt geen verificatieproces plaats als er geen verificatiegegevens beschikbaar worden gesteld in het hoofdgedeelte van de update-instellingen.
•Huidige gebruiker: selecteer deze optie als u een verificatie wilt uitvoeren via het momenteel aangemelde gebruikersaccount. Het nadeel van deze oplossing is dat het programma geen verbinding kan maken met de updateserver als er geen gebruiker is aangemeld.
•Opgegeven gebruiker: selecteer deze optie om een opgegeven gebruikersaccount voor verificatie te gebruiken. Gebruik deze methode wanneer geen verbinding kan worden gemaakt via het standaardsysteemaccount. Het opgegeven gebruikersaccount moet toegang hebben tot de map met updatebestanden op de lokale server. Als de gebruiker geen toegang heeft, is het onmogelijk een verbinding tot stand te brengen of updates te downloaden.
Als de optie Huidige gebruiker of Opgegeven gebruiker is ingeschakeld, kan er een fout optreden bij het wijzigen van de identiteit van het programma naar de gewenste gebruiker. We adviseren om de LAN-verificatiegegevens op te nemen in het hoofdgedeelte van de update-instellingen. In dit gedeelte van de update-instellingen moeten de verificatiegegevens als volgt worden ingevoerd: domain_name\user (als het een werkgroep betreft, voert u workgroup_name\name in) en het wachtwoord. Bij het bijwerken vanaf de HTTP-versie van de lokale server, is geen verificatie vereist. |
Verbinding met server verbreken na bijwerken
Het verbreken van de verbinding forceren als de verbinding met de server zelfs na het downloaden van de updates actief blijft.
Updatemirror
Configuratieopties voor de lokale mirrorserver bevinden zich in de structuur Geavanceerde instellingen (F5) op het tabblad Bijwerken > Profielen > Mirror voor updates.