Bijwerken
In dit gedeelte wordt informatie gegeven over de bron van de update, zoals de updateservers die worden gebruikt en verificatiegegevens voor deze servers.
ESET Endpoint Security op afstand configureren:
1.Klik in ESET PROTECT op Beleid > Nieuw beleid en typ een naam voor het beleid.
Als u de instellingen in bestaand beleid voor ESET Endpoint for macOS (V7+) wilt aanpassen, klikt u op het beleid dat u wilt wijzigen in de lijst met beleidsregels en klikt u op Bewerken > Instellingen. |
2.Klik op Instellingen en selecteer ESET Endpoint for macOS (V7+) in het vervolgkeuzemenu.
3.Pas de gewenste instellingen aan.
4.Klik op Doorgaan > Toewijzen en selecteer de juiste groep computers.
5.Klik op Voltooien.
Als u ESET Endpoint Security lokaal wilt configureren, raadpleegt u de toepassingsvoorkeuren. |
In Bijwerken kunt u de volgende instellingen configureren:
Basis
Standaard is het Updatetype Regelmatig bijwerken geselecteerd. Dit zorgt ervoor dat de database met detectiekenmerken en productmodules automatisch worden bijgewerkt vanaf ESET-updateservers.
Pre-release updates zijn updates met de meest recente bugfixes en detectiemethoden die binnenkort voor het grote publiek beschikbaar zijn. Ze zijn echter mogelijk niet altijd stabiel. Daarom wordt het niet aanbevolen om ze in een productieomgeving te gebruiken.
Met Vertraagde updates kunt u de software vanaf speciale updateservers bijwerken die nieuwe versies van virusdatabases met een vertraging van ten minste X uur aanbieden (dit zijn databases die in een echte omgeving zijn getest en als stabiel worden beschouwd).
Module terugdraaien
Als u vermoedt dat een nieuwe update van de detectie-engine of programmamodules instabiel is of beschadigd is, kunt u de ESET PROTECT-taak voor het ongedaan maken van updates van modules gebruiken om terug te gaan naar de vorige versie en updates tijdelijk uit te schakelen. U kunt ook eerder uitgeschakelde updates inschakelen als u deze hebt uitgesteld tot ze worden ingetrokken.
ESET Endpoint Security registreert momentopnamen van de detectie-engine en programmamodules voor gebruik met de terugdraaifunctie. Als u momentopnamen van virusdatabases wilt maken, houdt u Momentopnamen van modules maken ingeschakeld. Wanneer Momentopnamen van modules maken is ingeschakeld, wordt de eerste momentopname gemaakt tijdens de eerste update. De volgende wordt gemaakt na 48 uur. Het veld Aantal lokaal opgeslagen momentopnamen bepaalt het aantal momentopnamen van de detectie-engine.
Wanneer het ingestelde aantal momentopnamen is bereikt (bijvoorbeeld drie), wordt de oudste momentopname elke 48 uur vervangen door een nieuwe. ESET Endpoint Security draait de bijgewerkte versies van de detectie-engine en programmamodule terug naar de oudste momentopname. |
Productupdates
Met productupdates beschikt u altijd over de nieuwste productversie. Schakel Automatische updates in om productupdates automatisch te laten installeren telkens als u opnieuw opstart en om constante toegang te houden tot de nieuwste functies en beveiligingsopties.
In het gedeelte Aangepaste server kunt u de HTTP(S)-server, lokale schijf of verwisselbare schijf opgeven die moet worden gebruikt als de locatie voor opslag van de updates. Als u de server of schijf toegankelijk wilt maken voor ESET Endpoint Security, typt u de toepasselijke gebruikersnaam en wachtwoord.