Online-Help van ESET

Zoeken Nederlands
Selecteer het onderwerp

Regels voor Apparaatbeheer toevoegen

Een regel voor apparaatbeheer definieert de actie die moet worden ondernomen wanneer er een apparaat dat voldoet aan de regelcriteria, wordt verbonden met de computer.

CONFIG_DEVMON_RULE_EDIT_DLG

Voer een beschrijving in van de regel in het veld Naam voor een betere identificatie. Klik op de schakelaar naast Regel ingeschakeld om de regel in of uit te schakelen. Dit kan handig zijn als u de regel niet definitief wilt verwijderen.

Toepassen tijdens: hiermee kunt u de regel toepassen die u hebt gemaakt. Selecteer het gekozen tijdvak in het vervolgkeuzemenu. Zie meer informatie over Timeslots.

Apparaattype

Kies het type extern apparaat in het vervolgkeuzemenu (schijfopslag/draagbaar apparaat/Bluetooth/FireWire/...). Informatie over apparaattypen wordt verzameld bij het besturingssysteem en is zichtbaar in Apparaatbeheer van het systeem als er een apparaat met de computer is verbonden. Opslagapparaten zijn onder andere externe schijven of gewone geheugenkaartlezers die zijn aangesloten met USB of FireWire. Met smartcardlezers worden lezers bedoeld van smartcards met een geïntegreerd circuit, zoals SIM-kaarten of verificatiekaarten. Voorbeelden van scanapparaten zijn scanners of camera's. Omdat deze apparaten alleen informatie over hun acties weergeven en geen informatie weergeven over hun gebruikers, kunnen ze alleen in hun algemeenheid worden geblokkeerd.


note

De gebruikerslijstfunctionaliteit is niet beschikbaar voor apparaten van het type modem. De regel wordt toegepast voor alle gebruikers en de huidige gebruikerslijst wordt verwijderd.

Actie

Toegang tot niet-opslagapparaten kan worden toegestaan of geblokkeerd. Met regels voor opslagapparaten kunnen echter de volgende rechten worden geselecteerd:

  • Toestaan: er is volledige toegang tot het apparaat mogelijk.
  • Blokkeren: de toegang tot het apparaat wordt geblokkeerd.
  • Blok schrijven: alleen leestoegang op het apparaat is toegestaan.
  • Waarschuwen: elke keer dat een apparaat verbinding maakt, ontvangt de gebruiker een melding of het apparaat werd toegestaan/geblokkeerd, en wordt er een vermelding in het logbestand opgenomen. Apparaten worden niet onthouden, dus er wordt ook een melding weergegeven als hetzelfde apparaat later opnieuw verbinding maakt.

Houd er rekening mee dat niet alle acties (machtigingen) beschikbaar zijn voor alle apparaattypen. Als het apparaat een opslagapparaat is, zijn alle vier de acties beschikbaar. Voor apparaten die geen opslagapparaat zijn, zijn slechts drie acties beschikbaar (een voorbeeld: de actie Blok schrijven is niet beschikbaar voor Bluetooth; dit houdt in dat voor Bluetooth-apparaten alleen de volgende drie acties mogelijk zijn: toestaan, blokkeren en waarschuwen).

Criteriatype

Selecteer Apparaatgroep of Apparaat.

Aanvullende parameters die hieronder worden weergegeven, kunnen worden gebruikt om de regels voor verschillende apparaten te verfijnen. Alle parameters zijn hoofdlettergevoelig en wildcards (*, ?) worden ondersteund:

  • Leverancier: u kunt filteren op leveranciersnaam of -id.
  • Model: de naam van het apparaat.
  • Serienummer: externe apparaten hebben doorgaans een eigen serienummer. Bij een CD of DVD is dit het serienummer van het medium, niet dat van het CD-station.

note

Als deze parameters niet zijn opgegeven, zal de regel deze velden negeren. Filterparameters in alle tekstvelden zijn hoofdlettergevoelig en wildcards worden ondersteund (met een vraagteken (?) wordt één teken aangegeven en met een sterretje (*) wordt een tekenreeks van nul of meer tekens aangegeven).


note

Als u informatie over een apparaat wilt zien, maakt u een regel voor dat apparaattype, verbindt u het apparaat met uw computer en controleert u de apparaatdetails in het logbestand van Apparaatbeheer.

Ernst van logboekregistratie

  • Altijd : alle gebeurtenissen worden vastgelegd.
  • Diagnostisch: informatie die nodig is om het programma af te stemmen wordt vastgelegd.
  • Informatief: informatieve berichten, waaronder berichten over geslaagde updates, plus alle bovenstaande records worden geregistreerd.
  • Waarschuwing: hiermee worden kritieke fouten en waarschuwingsberichten geregistreerd en verzonden naar ERA Server.
  • Geen: er worden geen logbestanden geregistreerd.

Regels kunnen worden beperkt tot bepaalde gebruikers. Hiervoor voegt u de regels toe aan de Lijst met gebruikers:

  • Toevoegen: hiermee wordt het dialoogvenster Objecttypen: Gebruikers of groepen weergegeven, waarin u de gewenste gebruikers kunt selecteren.
  • Verwijderen: hiermee verwijdert u de geselecteerde gebruiker uit het filter.

important

Beperkingen voor de gebruikerslijst

De gebruikerslijst kan niet worden gedefinieerd voor regels met specifieke apparaattypen:

  • USB-printer
  • Bluetooth-apparaat
  • Smartcardlezer
  • Scanapparaat
  • Modem
  • LPT/COM-poort

Gebruiker met melding op de hoogte brengen: als er een apparaat wordt geplaatst dat door een bestaande regel wordt geblokkeerd, wordt er een meldingsvenster weergegeven.