Firewallprofielen
Algemeen standaardprofiel: als er geen profiel van het netwerk of de netwerkadapterconfiguratie is, wordt het algemene standaardprofiel gebruikt.
Lijst met profielen: profielen kunnen worden gebruikt om het gedrag van de ESET Endpoint Security Firewall te regelen. Bij het maken of bewerken van een regel voor de firewall kunt u de regel toewijzen aan een bepaald profiel of voor elk profiel laten gelden. Wanneer een profiel actief is op een netwerkinterface, worden alleen de algemene regels (zonder opgegeven profiel) toegepast, samen met de regels die aan dat profiel zijn toegewezen. U kunt meerdere profielen maken met verschillende regels die aan netwerkadapters of netwerken worden toegewezen om snel het gedrag van de firewall te wijzigen.
Profielen die zijn toegewezen aan netwerkadapters: er kan een netwerkadapter worden ingesteld om een profiel te gebruiken dat voor een specifiek netwerk is geconfigureerd wanneer de adapter met dat netwerk is verbonden.
Dit kan in Geavanceerde instellingen (F5) > Firewall > Bekende netwerken. Selecteer een netwerk in de lijst met bekende netwerken en klik op Bewerken om een firewallprofiel toe te wijzen aan het specifieke netwerk in het vervolgkeuzemenu Firewallprofiel. Als dat netwerk geen toegewezen profiel heeft, wordt het standaardprofiel van de adapter gebruikt. Als de adapter is ingesteld om het netwerkprofiel niet te gebruiken, wordt het standaardprofiel ervan gebruikt, ongeacht met welk netwerk verbinding wordt gemaakt. Als er geen profiel voor het netwerk of voor de adapterconfiguratie is, wordt het algemene standaardprofiel gebruikt. Als u een profiel aan een netwerkadapter wilt toevoegen, selecteert u de netwerkadapter, klikt u op Bewerken naast Profielen die zijn toegewezen aan netwerkadapters, selecteert u het profiel in het vervolgkeuzemenu Standaardfirewallprofiel en klikt u op OK.
Als de firewall naar een ander profiel overschakelt, wordt er rechtsonder in het systeemvak een melding weergegeven.