Apparaatscan
Het gedeelte Apparaatscan is toegankelijk via Geavanceerde instellingen > Scannen. Hier kunt u scanparameters voor scanprofielen configureren.
Op aanvraag scannen
Geselecteerd profiel: een specifieke set parameters die wordt gebruikt door de scanner op aanvraag. Klik op Bewerken naast Lijst met profielen om een nieuwe te maken. Zie Scanprofielen voor meer informatie.
Wanneer u het scanprofiel hebt geselecteerd, kunt u de volgende opties configureren:
Scandoelen: als u alleen een bepaald doel of een groep doelen wilt scannen, kunt u op Bewerken klikken naast Scandoelen en vervolgens een optie selecteren in de mappenstructuur. Zie Scandoelen voor meer informatie.
Detectiereacties voor scan op aanvraag: u kunt rapportage- en beveiligingsniveaus configureren voor elk scanprofiel. Standaard gebruiken scanprofielen dezelfde instellingen als de instellingen die zijn gedefinieerd in Realtimebeveiliging van bestandssysteem. Zet de schakelaar naast Detectiereacties gebruiken uit om aangepaste rapportage- en beveiligingsniveaus te configureren. Zie Beveiliging voor een gedetailleerde uitleg van rapportage- en beveiligingsniveaus.
ThreatSense: Geavanceerde instellingsopties, zoals bestandsextensies die u wilt beheren, en gebruikte detectiemethoden. Zie ThreatSense voor meer informatie.