Apparaatgroepen
Het apparaat dat is verbonden met uw computer, kan een beveiligingsrisico vormen. |
Het venster Apparaatgroepen bestaat uit twee delen. In het rechterdeel van het venster staat een lijst met apparaten die tot de bijbehorende groep behoren en links in het venster staan de gemaakte groepen. Selecteer een groep om apparaten in het rechterdeelvenster weer te geven.
Wanneer u het venster Apparaatgroepen opent en een groep selecteert, kunt u apparaten aan de lijst toevoegen of uit de lijst verwijderen. Een andere manier om apparaten aan de groep toe te voegen is door ze vanuit een bestand te importeren. Of klik op de knop Invullen en alle met uw computer verbonden apparaten worden in het venster Gedetecteerde apparaten weergegeven. Selecteer apparaten in de ingevulde lijst om deze aan de groep toe te voegen en klik op OK.
Besturingsonderdelen
Toevoegen: u kunt een groep toevoegen door de naam ervan op te geven, of een apparaat aan een bestaande groep toevoegen (afhankelijk van in welk gedeelte van het venster u op de knop hebt geklikt).
Bewerken: hiermee kunt u de naam van de geselecteerde groep of parameters van het apparaat aanpassen (fabrikant, model, serienummer).
Verwijderen: hiermee verwijdert u de geselecteerde groep of het geselecteerde apparaat, afhankelijk van in welk gedeelte van het venster u op de knop hebt geklikt.
Importeren: hiermee importeert u een lijst met apparaten uit een tekstbestand. Voor het importeren van apparaten uit een tekstbestand is de juiste opmaak vereist:
•Elk apparaat begint op een nieuwe regel.
•Leverancier, Model en Serie moeten voor elk apparaat aanwezig zijn en van elkaar gescheiden zijn met een komma.
Hier is een voorbeeld van de inhoud van het tekstbestand: Kingston,DT 101 G2,001CCE0DGRFC0371 04081-0009432,USB2.0 HD WebCam,20090101 |
Exporteren: hiermee exporteert u een lijst met apparaten naar een bestand.
De knop Invullen geeft een overzicht van alle huidige apparaten met informatie over: apparaattype, info over apparaatleverancier, model- en serienummer (indien beschikbaar).
Apparaat toevoegen
Klik op Toevoegen in het rechtervenster om een apparaat toe te voegen aan een bestaande groep. Aanvullende parameters die hieronder worden weergegeven, kunnen worden gebruikt om de regels voor verschillende apparaten te verfijnen. Alle parameters zijn hoofdlettergevoelig en wildcards (*, ?) worden ondersteund:
•Leverancier: u kunt filteren op leveranciersnaam of -ID.
•Model: de naam van het apparaat.
•Serienummer: externe apparaten hebben doorgaans een eigen serienummer. Bij een CD of DVD is dit het serienummer van het medium, niet dat van het CD-station.
•Beschrijving: uw beschrijving van het apparaat, zodat apparaten beter kunnen worden geordend.
Als deze parameters niet zijn opgegeven, zal de regel deze velden negeren. Filterparameters in alle tekstvelden zijn hoofdlettergevoelig en wildcards worden ondersteund (met een vraagteken [?] wordt één teken aangegeven en met een sterretje [*] wordt een tekenreeks van nul of meer tekens aangegeven). |
Klik op OK om de wijzigingen op te slaan. Klik op Annuleren als u het venster Apparaatgroepen wilt verlaten zonder wijzigingen aan te brengen.
Wanneer u een apparaatgroep hebt gemaakt, moet u een nieuwe regel voor apparaatbeheer toevoegen voor de gemaakte apparaatgroep en de actie kiezen die u wilt uitvoeren. |
Houd er rekening mee dat niet alle acties (machtigingen) beschikbaar zijn voor alle apparaattypen. Alle vier de acties zijn beschikbaar voor apparaten van het type 'opslagapparaat'. Voor apparaten die geen opslagapparaat zijn, zijn slechts drie acties beschikbaar (de actie Blok schrijven is bijvoorbeeld niet beschikbaar voor Bluetooth, dus voor Bluetooth-apparaten zijn alleen de volgende drie acties mogelijk: toestaan, blokkeren en waarschuwen).